Ingrediënten
Voor twee:
- 75 g fusilli
- 200 g knolselderij in blokjes
- 2 eetl. olijfolie
- 200 g gemengde paddestoelen
- 1 rode puntpaprika, fijngesneden
- 2 eetl. uiesnippers
- 1 teen knoflook
- peper, zout
- boter voor een schotel
- 100 g Parmezaanse kaas
- basilicumblad
Iets van de laatste tijd: een seizoenmélange van voor ons ongewone paddestoelen als witte beukenzwam, gele oesterzwam en bundelzwam. Je komt ze niet tegen in je paddestoelenboek. Ze zijn dan ook niet inheems, maar worden hier wel gekweekt: een verrijking! Het was al mooi dat de shiitake onze champignon kwam vergezellen, maar deze ook uit Azië (vooral Japan) afkomstige zwammen geven weer een heel ander mondgevoel en ze zijn heel decoratief. Zijn ze ook goed voor ons? Het Voedingscentrum vindt van wel en heeft het dan over ‘nuttige voedingsstoffen’, maar waarschuwt dat paddestoelen geen goede vleesvervanger zijn want de onmisbare vitamine B12 zit er niet in. Daarvoor heb je dierlijke producten nodig, bijvoorbeeld kaas. Anders moeten er B12tabletjes aan te pas komen.
- Ruim water aan de kook brengen in een pan. De pasta met de selderijblokjes in ruim water koken volgens voorschrift. Afgieten in een zeef. In die zeef toegedekt warmhouden boven heet water.
- De olijfolie verhitten in een koekepan. De paddestoelen afborstelen, eventueel grof snijden. De paprikasnippers, uiesnippers en gesnipperd knoflook 5 minuten roerbakken. Paddestoelen heel even laten meedoen. Peper en zout en bij.
- De kaas in krullen schaven.
- De pasta overbrengen op een beboterde vuurvaste schotel. Paddestoelenmengsel erover scheppen. Warmhouden. Vlak voor serveren garneren met de kaas en heelgehouden basilicumblad.
Wijn: Sangiovese.
Menusuggestie:
- Vooraf: Wortelsoep. 150 g geschrapte wortels met 75 g geschilde aardappels en 50 g wit van prei, peper en zout gaarkoken in halve l. water. Pureren met staafmixer. Op smaak brengen met 1 eetl. slagroom en iets citroensap. Op het bord garneren met toefjes tuinkers.
- Na: Napolitaanse peren. Twee rijpe handperen schillen, halveren en van klokhuis ontdoen; 1 eetlepel boter en 2 eetlepels abrikozenjam in een koekepan met deksel verwarmen. De peren hierin 2 minuten laten smoren. Elke helft vullen met een half bitterkoekje. Een scheut rum eroverheen schenken. Deksel op de pan. Een ogenblik wachten en dan de vlam erin. Liefst brandend op de bordjes scheppen.
