Ingrediënten
Voor twee:
Vulling:
- klontje boter
- 2 bosuitjes
- 1 teen knoflook
- 125 g wijnzuurkool
- 2 eetl. crème fraîche
- zwarte peper
- 125 g gerookte forelfilets (ASC)
‘Broodjes’
- 6 vierkantjes roomboter-bladerdeeg
- à 50 g
- 1 losgeklopt ei
Erbij:
- 125 ml crème fraîche
- 1 eetl. fijngesneden dillegroen
- zout
Waarom geen zuurkoolbroodjes? Tenslotte bestaan er ook zuurkoolkroketjes volgens het Krokettenboek van Johannes van Dam. Je mag in dit welvarende land spelen met ingrediënten. Doe ik graag, zonder te vergeten dat zoiets niet vanzelfsprekend is. Een kennis van mij stond als kind uren in de rij voor de gaarkeuken. Op een dag zag hij een oude man met een pannetje naar buiten strompelen. Terwijl tranen van geluk over zijn wangen stroomden riep hij uit: “Jongen, vandaag hebben we zuurkool!” Ja, na maandenlang tulpenbollensoep of suikerbietenpap … Door zo’n verhaal kijk je toch anders naar die zuurkool die wij nu met van alles kunnen opsieren.
- Boter smelten in een pannetje, grofgesneden uitjes en knoflook in stukjes erin fruiten. Zuurkool uitknijpen en uit elkaar trekken. In de pan leggen. Crème fraîche en peper erdoor roeren, onder deksel 10 minuten smoren. Laten afkoelen tot lauw.
- Oven voorverwarmen op 200˚C.
- De plakjes deeg ontdoen van de papieren velletjes, laten ontdooien op het aanrecht, bebloemde kant onder. Bovenkant met losgeklopt ei bestrijken. Middenop elk plakje een streep zuurkool leggen, daarop de forelfilet verdelen. De zijkanten over de vulling heen klappen. Met losgeklopt ei bestrijken en bovenop viermaal diep inprikken met een vork.
- Op een met bakpapier belegde bakplaat in de voorverwarmde oven 25 minuten bakken op de midddelste richel. Warm eten met een koude saus van crème fraîche, losgeroerd met dille en iets zout.
Wijn: Pinot blanc.
Menusuggestie:
- Vooraf: per persoon een blikje makreel in tomatensaus (125 g) op een bordje garneren met heel dunne plakjes prei. Ernaast plakjes tomaat met een toefje basilicum.
- Na: Gegrillde peren. 2 rijpe peren, bij voorkeur Doyenné du Comice schillen, halveren, klokhuis eruit nemen. Op de bolle kant in een vuurvast schaaltje leggen. Bovenkant bestrooien met bruine basterdsuiker. Vlak voor serveren de suiker onder een gloeiende grill laten smelten. Opdienen met een dotje abrikozenjam in het kuiltje.