Ingrediënten
Voor vier:
Bakmateriaal:
- ingevette vlaaivorm 28 cm diameter
- (met losse bodem)
- alufolie
Korst:
- 250 g zelfrijzend bakmeel
- 1 theel. zout (2 g)
- 150 g verse roomkaas (Mon Chou)
- 50 g zachte boter
- 75 ml melk
Vulling:
- 150 g fijngesneden spitskool
- 1 grofgesneden bosuitje
- peper, zout
- 200 g gesneden gerookte zalm =
- 6 plakken
- 40 g harde boter in klontjes
- 4 eieren (L)
- 30 g dillegroen
- melk
Erbij:
- aangemaakte kropsla
- of spitskool (zie hiernaast)
Voor onverwacht bezoek is het altijd handig iets in de diepvries te hebben dat enkel maar even in de magnetron hoeft te ontdooien om het daarna een tijdje in de oven te zetten.. sla erbij en klaar. Lekker doorpraten en ontspannen gastvrij zijn.
De korst van dit gebak leent zich voor allerlei vullingen zolang uw gasten niet veganistisch zijn. Maar daarvan was u voordat uw gasten kwamen hopelijk al op de hoogte. In dat geval zijn Bonenpastei, Olijvenpasteitjes of Pompoenkibbe op deze site meer geschikt.
Praktisch advies: Gerookte zalm moet zo vers mogelijk zijn, anders kan een keldersmaak ontstaan. Dus vèr voor de houdbaarheidsdatum gebruiken. Er is veel verschil in kwaliteit: neem vooral niet de goedkoopste.
- Korst: met twee messen roomkaas en boter door meel en zout tot kruim snijden. Melk erdoor roeren met een mes. Een soepel deeg kneden. Twee ballen vormen, éen van 300 g. Deze deegbal op bestoven werkvlak uitrollen tot een cirkel van 34 cm. In vieren vouwen, uitklappen in de vorm. Overhangend deeg naar binnen vouwen en goed tegen de rand drukken. Losjes bedekken met folie. De tweede deegbal uitrollen tot 30 cm diameter. Gaatjes eruit steken, de plak op het folie leggen. Uitsteeksels erop. Koelen. Intussen de vulling klaarzetten.
- Oven voorverwarmen op 200 graden C.
- Vulling: plak-met-gaatjes met folie plat neerleggen. De kool over de deegbodem uitspreiden. Daarop het bosuitje en wat peper en zout. Daarop in de lengte opgerolde plakken zalm, als wielspaken.Wat niet past ombuigen langs de rand.Dat alles bestrooien met de klontjes boter. De dille fijnsnijden zonder de dikke steeltjes. De eieren loskloppen met de dille en wat zout. Uitspreiden in de deegbak, ook bij de rand. De plak met gaatjes (zonder folie) bovenop leggen, aandrukken bij de rand; overtollig deeg wegknippen. De bovenkant met melk bestrijken. Versieren met de uitsteeksels, ook die bestrijken; 35 minuten bakken op de onderste richel. Was u voor morgen bezig of voor de diepvries dan uit de vorm nemen en overbrengen in een vuurvaste schotel. Laten afkoelen onder een stolp om uitdroging te voorkomen. Toegedekt koelen.
- Opwarmen: circa 20 minuten, onderste richel, voorverwarmde oven 175 graden C. Diepgevroren gebak eerst ontdooien in een magnetron.
- Hierbij een salade van fijngesneden spitskool, bosui, peper, zout, (walnoot)olie en witte wijnazijn of aangemaakte kropsla.
Wijn: Chardonnay uit de Bourgogne of Chablis
Menusuggestie:
Vooraf: (niet voor onverwachte gasten) Zeekraal met garnalen. De zilte zeekraal, met dat spannende knapje tussen de tanden, is een groente (geen wier). Typisch voor de kustgebieden van NW Europa, nog altijd op bescheiden schaal gekweekt, dus schaars. In Zeeland heette het ook wel ‘Krabbekwaad’ en was het al heel lang een graag gegeten groente, die men zelfs in azijn inlegde voor de winter. Voor vier: klontje boter, 2 lente-uitjes, 200 g zeekraal, 200 g gekookte en gepelde Hollandse garnalen. De boter smelten in een wijde koekenpan. Grof gesneden uitjes erin fruiten. Als ze zacht zijn de zeekraal kort laten meedoen. De takjes moeten groen en knapperig blijven, alleen het rauwe moet er even af. Garnalen heel kort meewarmen. Stokbrood en een glas van bovengenoemde Chardonnay erbij.
Na: Kleingesneden gedroogde dadels zonder pit waarover ongeklopte slagroom en wat gemalen kaneel. Liefst een nachtje koelen.