Ingrediënten
Voor twee tot drie:
Soep:
- 1 eetlepel boter
- 1 grote ui, gesnipperd
- 6 stengels bleekselderij
- geschilde vastkokende aardappels,
- naar behoefte
- halve liter water
- pot witte bonen, netto 720 g
- theelepel gedroogd bonenkruid
- bleekselderijblad
Garnituur:
- boter
- 3 magere speklapjes
- zout
- zwarte peper uit de molen
Net als bij de huidige voedselhypes dichtte men vroeger allerlei zwaar overdreven eigenschappen toe aan bepaalde ingrediënten. Alleen had je toen niet zo vreselijk veel keus en dus was er reclame voor alledaagse dingen. Zo wist men zeker dat je na het nuttigen van deze maaltijdsoep geen griep zou krijgen. Niets hielp daartegen immers beter dan een lapje (vet) spek. Een modern alternatief kookboek wil overigens dat we ui eten bij griep. Wanneer dat geurige bolletje ter sprake komt in de kookliteratuur rept men graag van de Romeinen, die beweerden dat het de liefde aanwakkert. Een gedachte, die ook leefde in India. Daar kwam men tot de overtuiging dat het snipperen en schillen van uien te gevaarlijk is voor vrouwen. Ze gingen ervan huilen en moesten dus meteen getroost worden, terwijl zij aan naakte kindertjes (witte bonen) dachten.
- De boter smelten in een soeppan. Uiesnippers en kleingesneden bleekselderij daarin fruiten tot de ui glazig is. Vervolgens met de aardappels in het water in ongeveer 20 minuten gaar koken. Aardappels uit de pan nemen. De bonen met hun vocht en het bonenkruid toevoegen. Nog een minuut of vijf doorkoken. Afproeven op zout. Fijngesneden selderijblad eroverheen strooien. Niet meekoken.
- Wat boter smelten in een koekepan. Hierin de gezouten speklapjes aan weerszijden knapperig bakken op matig vuur. Met de aardappels warmhouden in de pan.
- Serveren: ieder krijgt naast het bord een plankje voor de aardappels en het speklapje. Het is de bedoeling dat u boven dat plankje een paar flinke slagen aan de pepermolen geeft.
Menusuggestie:
- Na: Gebakken peren. In Vlaanderen neemt men daarvoor geboorde handperen, maar in Luik waren het juist stoofpeertjes, die na een nachtje in de bakkersoven op straat verkocht werden. Daar moest je natuurlijk niet mee blijven zitten.
Een snelle versie: 2-3 geboorde en geschilde handperen in een koekepannetje overgieten met een sausje van 20 g gesmolten boter, 50 g bruine basterd, 1 theelepel kaneel en 1 dessertlepel water; toegedekt 10 minuten stoven, af en toe bedruipen. Onder de grill laten carameliseren. Serveren met het sausje.