Ingrediënten
Voor twee:
- 2 koolvisfilets á 100 g (diepvries)
- vastkokende aardappels
- 2 eieren
- 1 flinke koolrabi
- boter voor een ovenschotel
- 100 ml witte wijn (Elzas)
- 100 ml visfond,
- (of water met zout)
- 3 eetl. fijngesneden peterselie
- 50 g boter
- zout
Ryba po polsku. Hoewel de Polen ‘een ongezonde voorliefde voor vlees hebben’ kreeg vis toch een essentiële rol in het Poolse dieet vanaf de 10e eeuw toen ze het Christelijk geloof aannamen en dus moesten vasten, beweert kookboekschrijfster Mary Pinińska. Daar deden ze extra hun best op. En dat is te merken aan hun mooie visgerechten, die tot in de elitaire Russische kookkunst werden gewaardeerd. Al gaan ze tegenwoordig niet meer zo ver als in het gedicht ‘Pan Tadeusz’ (begin 19e eeuw) waar een vis werd opgediend ‘gebakken bij de kop, geroosterd in het midden en bij de staart onder een ragout’.
- De vis 20 minuten in verpakking in koud water leggen. De oven voorverwarmen op 175˚C.
- De aardappels schillen, in parten snijden; met de gewassen en ingeprikte eieren10 minuten koken in ruim water. Koolrabi schillen, reepjes maken. Eieren wegnemen, laten schrikken. Koolrabi-reepjes 5 minuten onder deksel meekoken met de aardappels. Afgieten.
- Een ruime ovenschotel beboteren. De vis erin leggen. Wijn en fond/water met zout erover schenken. Kwartier in de oven zetten op de middelste richel.
- Het stoofvocht van de vis afschenken in een kom. Aardappels en koolrabi bij de vis in de ovenschotel schikken, warmhouden in de oven bij 100˚C.
- De eieren pellen en goed fijnprakken in een kom. De boter smelten in een pannetje. Het kookvocht van de vis toevoegen, inkoken tot de helft. De eierprak met de peterselie erdoor roeren. Vlak voor serveren bij de vis scheppen.
Wijn: Elzasser.
Menusuggestie:
- Vooraf: zalmcanapés (kanapki). Sneetjes zwart roggebrood, daarop een dot crème fraîche gemengd met mierikswortel naar smaak bedekt met rolletje gerookte zalm, waarin dillegroen.
- Na: blauwe-bessencompote (kompot). In open pan een stroopje koken van 100 ml. water met 2 eetl. suiker,1 eetl. citroensap en 1 theel. citroenrasp; 125 g gewassen bessen in 2 schaaltjes ermee overgieten. Laten afkoelen. Mengen met frambozen.