Ingrediënten
Bakmateriaal:
- poffertjesplaat (met 19 holletjes)
- te koop bij kookwinkels
- te bestellen via internet
- een haren kwastje om in te vetten
Beslag voor circa 3 platen:
- 200 g tarwebloem
- 50 g boekweitmeel
- 3 ½ g (half zakje Oetker) instantgist
- 300 ml lauwwarme melk
- 2 eieren
- 1 1/2 theel. zout (3 g)
- 25 g gesmolten boter
Serveren met:
- boter
- poedersuiker
Deze kleine zachte bolle bakseltjes, favoriet bij kinderen, waren per traditie een Nieuwjaarstractatie in Noord-Holland. Op oude prenten zie je dat poffertjes in de 17e eeuw op straat gegeten werden. Nu zijn er nog maar een paar poffertjeskramen als op de foto, gemaakt in Laren, waarover Kneppelhout in de 19e eeuw schreef: Wie heeft niet meermalen in een harer beide kabinetjes, eng als schuitenroefjes, het ruimste, zooal niet het reinste genoegen gesmaakt? Vanwege dat genoegen hebben veel mensen zelf zo’n poffertjesplaat in huis, ook al bieden supermarkten ze kant en klaar aan.
Vroeger serveerde men er graag Fosco, een koude chocoladedrank bij, de voorganger van Chocomel. Nu niet meer te koop. U vindt een ouderwets recept hieronder.
- Bloem, meel en gist in een kom mengen.
- De helft van de melk en de eieren toevoegen. Met de deeghaken van een handmixer bewerken tot het beslag egaal is en een beetje begint los te komen van de kom (even geduld!). De overige melk en het zout bij beetjes erdoor kloppen met de gardes van de mixer. De kom toedekken met folie. Dit beslag een uur laten rijzen bij kamertemperatuur.
- Het gerezen beslag goed doorroeren. De pofffertjesplaat invetten met gesmolten boter en op matig (!) vuur verhitten. Met behulp van 2 kleine dessertlepels elk holletje vullen met beslag. Bakken tot de bovenkant droog is en gaatjes vertoont. Niet haasten want kleffe poffertjes smaken niet. De poffertjes keren met een vork en ook de onderkant bruin bakken, maar vooral niet knapperig. Van de plaat nemen en warmhouden op een bord dat bovenop een pan heet water staat.
- Het overige beslag op dezelfde manier verwerken.
- Serveren op warme borden met een flinke klont boter en veel poedersuiker.
Koude chocoladedrank (Fosco,voor zes):
50 g cacao, 150 g suiker, mespunt gemalen kaneel, mespunt gemalen kruidnagel, 200ml water, 1200 ml gekoelde melk.
Cacao, suiker, kaneel en kruidnagel mengen. Dat mengsel met wat van het water tot een dikke gladde pasta roeren. Het overige water aan de kook brengen, door de pasta roeren en alles weer terug in de pan doen. Ongeveer 20 minuten onder af en toe roeren koken op een matig vuur tot een lichte siroop is ontstaan. Zeven, laten afkoelen. Deze siroop kan twee weken in de koelkast worden bewaard. Serveren: 50 ml siroop in een glas schenken, 200 ml koude melk erbij roeren. Wat kaneel eroverheen stuiven.