Ingrediënten
Bakmateriaal:
- koekepan met anti-aanbaklaag,
- bodem 22 cm diameter
Beslag (voor 8 stuks en een kleintje):
- 125 g tarwebloem, patent
- 125 g boekweitmeel
- 7 g instantgist (Oetker)
- 500 ml lauwe melk
- 1 ei
- 1 eetlepel suiker
- 2 theelepels zout (4 g)
- 4 eetlepels gehakte kervel
- 4 eetlepels gehakt bieslook
- 2 eetlepels gehakte salie
- boter om te bakken en te bestrijken
Met Kruidenkoek kun je de lente vieren. Het is de smakelijke tegenhanger van ons voorjaarsgerecht Kruudmoes, waarvoor ik u geen recept kan geven want ik durf het zelf niet te eten (gortepap, rookspek, rozijnen, Roomse kervel, munt, stroop). Wij kennen dan ook voor zover ik weet geen Confrérie van de Kruudmoes terwijl ze dat in Diest (Hageland, België) wel hebben voor de Cruydtcoeck. Zo gespeld omdat Rembert Dodaens in zijn Cruydt-Boeck (16e eeuw) al ‘koeckskens’ met eieren en jong blad van boerenwormkruid kende. Men veronderstelde dat het kruid effectief was tegen wormen. Het kruid staat nog steeds in de tuin van het Diestse Engelenconvent – wat die Engelen daar nu mee moesten? In de Diestse Kruidenkoek gaan ook nog blaadjes van wilde chichorei of paardebloem.
België kent bovendien de Kruidkoek of Kroetkoek van het Land van Loon. Daar kun je ongelofelijk veel instoppen zo staat te lezen in J.Collen/J.Lambin, Oude gebruiken en gerechten uit Limburg (1977). Ook wel boerenwormkruid maar daarnaast o.a. kamille, hondsdraf, lepelkruid, salie, kervel, blaadjes van de aardbeiplant, zuring, sleutelbloemblad, punten van de groene vlier of jonge erwtenplanten, brandneteltopjes… Wat u maar wilt, mits het jong is. Je eet de koek volgens auteur Jacques Collen met de hand. Je gebruikt hoogstens een mes om er verse boter of stroop op te smeren en dan oprollen of in stukken trekken.
- Bloem, meel en gist door elkaar roeren. Kuiltje maken. Vandaaruit de melk erbij roeren, goed kloppen tot een glad beslag ontstaat. Het ei erbij kloppen, dan suiker, zout en kruiderij. Uurtje rijzen onder een deksel.
- Beslag goed doorroeren. Klontje boter smelten op matig vuur. Telkens 100 ml beslag laten rondwalsen in de pan tot de hele bodem bedekt is. Aan weerszijden lichtbruin bakken – keren als bovenkant droog is. Eten met gezouten boter of stroop. In het eerste geval met kropsla met mosterdvinaigrette en een Brugse Tripel. Een vegetarische vriendin van mij neemt er een glas champagne bij.