Janny de Moor Janny de Moor

Keltische Kastanje-soep

Ingrediënten

Voor twee (als voorgerecht)*:

 

  • 200 g gare kastanjes (vacuumpak)
  • 350 ml groentebouillon
  • 1 bosuitje in dunne ringen
  • 2 kleine laurierbladen
  • 1 theel. tijmblad
  • 1/2 theel. gemalen nootmuskaat
  • slagroom
  • (sherry)
  • extra tijmblad

In de oertijd, toen de mens moest leven van jagen en verzamelen, waren noten, pitten en zaden een godsgeschenk voor de winter: degelijk door de natuur verpakt en dus heel goed te bewaren in je hol. Heel voedzaam, heel lekker om op te kauwen. Én heel spannend van smaak, want elke noot heeft een bittertje.

Wat wij in het Nederlands met ‘noten’ bedoelen?  Van Dale zegt: ‘boomvrucht met harde schaal’. Daar horen ook eikels (vroeger veel gegeten in Europa!) en kastanjes bij. Heel correct dus, dat ‘chestnuts‘ in het Engels. In Engeland werden ze overigens in de 17e eeuw nog beschouwd als varkensvoer of als voedsel voor de heel armen.

Zo niet bij de minderbedeelde Kelten (Ierland, Wales, Scotland, Cornwall). Deze licht bittere chestnutsoup werd traditioneel gegeven met Kerst of Oudejaarsavond. Hier een gemakkelijke versie voor elke feestelijke gelegenheid.

  • De kastanjes zacht koken in de bouillon. In een blender of met een staafmixer een romig geheel maken. Met laurier, tijm, nootmuskaat, ringen bosui en misschien wat extra water kort doorkoken. Nog wat ringetjes ui bovenop. Gloeiend heet serveren Aan tafel afmaken met room (en sherry) en tenslotte met achtergehouden tijmblad.

 

* Kan ook dienen als hoofdgerecht. Daarvoor is tweemaal de hoeveelheid ingrediënten nodig en harde broodjes ter begeleiding.

Deel recept