Ingrediënten
Bakmateriaal:
- koekepan met anti-aanbaklaag,
- bodem 15 cm diameter
Beslag (voor 8 – 10 stuks)
- 150 g tarwebloem, patent
- 1 theelepel bakpoeder
- ½ theelepel zout (1 g)
- ½ theelepel gemalen kaneel
- ¼ theelepel gemalen kruidnagel
- 2 eieren
- 200 ml sinaasappelsap
- 1 eetlepel olijfolie
- 2 theelepels geraspte sinaasappelschil
- olie voor het bakken
Erop:
- Griekse yoghurt
- vloeibare honing
- plakjes sinaasappel
“Ik schrijf dit noch voor de Germanen, noch voor andere wilde en barbaarse mensen, evenmin voor beren, of leeuwen, wilde zwijnen en andere wilde dieren, maar voor Grieken en voor diegenen die weliswaar als barbaren geboren zijn, maar de zeden van de Grieken nastreven.”(vertaling Prof. Dr. H.F.J. Horstmanshoff).
Een dagboekcitaat van de arts Galenus (129-210 n.Chr.). In navolging van de Griekse arts Hippocrates meende hij dat onze gezondheid ten nauwste samenhangt met ons voedsel. En zo schreef hij behalve over ziekten ook over eten en drinken, zoals sommige artsen nog steeds graag doen. Hij had gelijk: de wilde stammen hier hadden weinig benul van kookkunst. Zij stapten pas rond het jaar 50 uit de prehistorie en moesten starten met wat de Romeinen hadden afgekeken van de Grieken, terwijl de eerste Nederlandse recepten op z’n vroegst uit de middeleeuwen komen.
Deze Aphrátes tiganítes (zachte pannenkoekjes) laten zien hoe elegant de moderne Griekse keuken voortborduurt op dat rijke verleden. Koekjes van uitlopend beslag (van enkel water en meel) werden namelijk al uitvoerig beschreven door Galenus als teganites, het eerste Westerse pannenkoekenrecept in de geschiedenis.
Classicus en kookschrijver Andrew Dalby vertelt in The Classical Cookbook (20002) dat er in klassieke Griekse komedies – dus nog 800 jaar eerder – al gesproken wordt over ‘mist die in de ochtendauw opstijgt van de warme pannenkoeken’ en over de honing die er overheen ging terwijl ze lagen te spetteren in de teganon (koekepan). Tiganítes worden nog steeds als ontbijt en met honing gegeten. De Grieken koesteren traditie.
- Bloem zeven met bakpoeder, zout, kaneel en kruidnagel.
- Eieren loskloppen. Sinaasappelsap, olijfolie en rasp mengen. Kuiltje maken in het bloemmengsel. Vanuit het midden eerst de eieren en dan het gemengde sap langzaam erbij klutsen om een glad beslag te krijgen. Uurtje koelen.
- Weinig olijfolie op matig vuur verhitten in de pan. Daarin telkens 50 ml beslag laten lopen. Bakken tot de bovenkant droog wordt. Keren om ook die kant te bruinen. Warm houden. Serveren met een schep yoghurt, honing en schijfjes sinaasappel.