Ingrediënten
Bakmateriaal:
- ovenbakplaat,
- belegd met bakpapier
Deeg voor circa 22 stuks:
- 250 g tarwebloem, patent
- 100 g bruine suiker
- 1 theel. bakpoeder (2 g)
- 1 ½ theel. gemalen anijszaad
- ½ theel. gemalen kaneel
- snuf zout
- 150 g boter op kamertemperatuur
Bij mokken denk je niet meteen aan koekjes, eerder aan pruilen of een fors formaat kop. Ik heb dat woord dus eens opgezocht in het Woordenboek van de Nederlandse Taal: In West Vlaanderen: ‘macaronvormig koekje van peperkoekdeeg gebakken’ (1873). En: mokken zijn in Groningerland ‘kleine ronde koekjes van meel en stroop’. In het Hoogduits heb je mocke – klomp (mischien verwant met mokkel, want een mokkel is een struis meisje). Maar het Nederlands kent mocke ook als ‘vrouw van lichte zeden’. In Gent beweren ze dat ‘mokke’ een meisje of liefje aanduidt. Zoiets als Arnhemse meisjes dan? Het blijft gissen, net als overigens wat het beste recept is. Want je hebt ze met stroop en gemalen witte kandijsuiker, met bakammonium of met bakpoeder. Sommige mensen maken bolletjes en drukken die plat, anderen houden het op plakjes van een rol. Tja, er zijn allerlei meisjes nietwaar? Over éen ding zijn ze het eens: anijs moet erin.
Daarvoor las ik de volgende verklaring. Het waterrijke Gent was vroeger vaak vergeven van de muggen. Met de heftige geur van anijs en kaneel probeerde men die te verjagen. En zo komt het dat veel Gentse lekkernijen daarnaar smaken. Een kleine speurtocht naar de werking van anijs wijst uit dat het kruid goed zou zijn voor van alles: opgeblazen buik, bijslaap en wrijfmiddel tegen schurft. Maar niet tegen muggen. Kan het ook zijn dat anijs gewoon lekker smaakt? Vraag dat maar eens aan de Fransen (Pastis) of de Grieken (Ouzo)!
- Droge ingrediënten mengen. De boter erdoorheen snijden met twee messen. Met ferme hand een stevig deeg kneden. Drukkend een rol vormen met een diameter van 5 cm (lengte circa 16 cm). In clingfolie verpakt een nacht in de koelkast laten rusten.
- Oven voorverwarmen op 175˚C.
- De keiharde deegrol een kwartier laten rusten bij kamertemperatuur. Dan met een dun, scherp kartelmes in plakken van ½ cm zagen. Over de bakplaat verdelen. Eventueel gebroken plakjes stevig aandrukken.
- Bakken: circa 20 minuten op de middelste richel tot ze lichtbruin zien. Met een kaasschaaf overbrengen op een rooster. Na afkoeling luchtdicht bewaren.