Ingrediënten
Voor vier:
Soep:
- 800 g doperwtjes (diepvries, ongedopt 2 kg)
- 1 flinke struik bleekselderij
- 2 kroppen sla
- 1 bosje bladselderij
- 1 eetlepel fijngesneden munt
- 2 l water
- 1 kleine komkommer
- 2 gesnipperde uien
- 30 g boter
- 40 g tarwebloem
- 200 g doperwtjes (diepvries, ongedopt 500 g)
- flink peper en zout
- muntblad
- room
Erbij: Kaaskantjes (cheese scones)
- 250 g zelfrijzend bakmeel
- 1 theel. zout
- ½ theel. gemalen mosterdzaad
- 50 g koude boter
- 100 g geraspte oude kaas
- circa 150 ml melk
- bloem om te bestuiven
- bakpapier
Pea soup is de deftige tegenhanger van de oud-Engelse meagre pease soup, gemaakt met gedroogde erwten, en zonder vlees, bedoeld voor vastendagen, maar ook dagelijks voedsel voor de armen. In vroeger eeuwen toen de Anglicaanse Kerk nog jong was, werd men geacht geregeld te vasten. En het was een tijdlang niet aantrekkelijk om je van de Staatskerk te distantiëren. Vandaar dat ook gegoede families recepten zonder vlees verzamelden. Duurdere, zoals dit. Voor jonge erwtjes hoefde je je namelijk niet te schamen. Die waren deftig sinds ze aan ’t eind van de 17e eeuw een rage werden aan het Franse hof.
Vers zijn ze er niet lang, maar de kwaliteit van diepgevroren doperwtjes is uitstekend en bovendien zijn wij een beetje verleerd te doppen. Voor wie ze in het seizoen uit eigen moestuin kan oogsten staat het verse gewicht erbij.
Soep:
- De erwtjes met de schoongemaakte struik bleekselderij, gewassen en stukgesneden sla, bladselderij zonder steel en munt in ongeveer 20 minuten goed gaar koken.
- De bleekselderij uit de pan nemen en in stukjes snijden.
- Een halve liter kookvocht apart houden. De rest van de soep in een roerzeef of mengbeker pureren, zeven.
- De komkommer, wassen, halveren, zaad wegschrapen, in kleine stukjes snijden. De boter smelten in een kleine pan. Komkommer en ui kort fruiten op matig vuur. Bloem erover strooien, goed doorroeren en al roerend de apart gehouden halve liter kookvocht toevoegen. Roerend doorkoken tot een gladde saus ontstaat.
- Deze saus door de soep roeren samen met de stukjes bleekselderij en de (ontdooide) erwtjes. Nog 5 – 15 minuten (verse erwtjes) koken.
- De soep op smaak brengen met peper en zout, garneren met vers muntblad. Aan tafel wat room in het bord.
Kaaskantjes:
- De oven voorverwarmen op 225˚C.
- Meel, zout en mosterdzaad zeven in een deegkom. Hierboven de boter schaven op een grove rasp. Deze sliertjes met de vingertoppen door het meelmengsel werken. Met een mes de kaas erbij roeren en dan zoveel melk dat alle het droge meel wordt opgenomen. Van dit brokkelige deeg een blokje maken. Op een bestoven werkvlak uitrollen tot een lap van 24 bij 18 cm. Daaruit 12 vierkantjes snijden en daarvan weer 24 driehoekjes maken.
- De driehoekjes op een met bakpapier bedekte plaat leggen. Kwartier bakken op de middelste richel. Warm eten. Opwarmen:10 min. in een oven van 175˚C.