Ingrediënten
Voor twee:
- halve bloemkool (circa 250 g)
- 1 eetl. boter
- 1 gesnipperde rode ui
- potje bruine bonen (360 g)
- (met likje stroop)
- 1 eetl. muntblad
- snufje geplet komijnzaad
- 175 g geraspte oude kaas
- 30 g paneermeel
- extra muntblad
De phaseolus vulgaris, de ‘gewone boon’ is afkomstig uit Mexico, maar verspreidde zich over de hele wereld. Amerikaan Ken Albala vergelijkt hem in Beans (2007) met de mens, die zich ook heeft genesteld in elk denkbaar klimaat. En dus kunt u legio regionale recepten vinden, in Amerika vaak met stroop, al gooien ze er in de VS ook gerust whisky bij. Onze eigen Hak heeft laten weten dat er altijd al een likje stroop door zijn bonen zat. Nu staat dat als ‘Hollands’ op het etiket. Wij aten ze vroeger inderdaad met stroop, boter en appelmoes. Ria Holleman noemt in ‘Uit Grootmoeders keuken’(1972) een ‘stip’ van stroop en azijn met uitgebakken spekjes bij de bonen ‘overheerlijk’. Scheveningse vissers maakten, vertelt zij, een saus van stroop en bier. Groningers roerden gare bonen, spek en stukjes boerenmetworst door karnemelkse bloempap en gaven er stroop bij.
Als u iets tegen pot of blik hebt kunt u 200 g gedroogde (niet overjarige!) bonen nemen. Wassen, in ruim water een nacht weken. Met weinig zout gaar koken in ongeveer een uur. Zelf het likje stroop erin doen en 100-150 ml van het kookvocht gebruiken.
- Bloemkool in kleine roosjes snijden, wassen. In ruim water 3 minuten koken, afgieten.
- De boter smelten in een koekepan (25 cm bovenkant), de uiesnippers glazig fruiten. De uitgelekte roosjes en de bonen met hun vocht erbij scheppen. Mengen met fijngesneden munt en komijnzaad. Kort warmen onder deksel, niet koken.
- Kaas en paneermeel goed mengen met de hand. Over bloemkool en bonen scheppen. Plat drukken. Niet te dicht onder een gloeiende grill licht laten bruinen zodat een korstje ontstaat. Aan tafel nog wat munt erbij geven.
Wijn: Carmenere of Shiraz.
Menusuggestie:
- Vooraf: crème fraîche gemengd met peper, zout en plakjes radijs, gegarneerd met een paar achtergehouden schijfjes radijs en flink wat dillegroen.
- Na: roomijs met met grofgestampte kletskoppen (en een scheutje rum).