In het Fabre museum in Montpellier hangt een prachtig schilderij van Jan Steen. De titel ervan is het bekende spreekwoord: Soo D’Oude Songen, Soo Pypen De Jonge (Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen). Een lachende jonge vrouw leunt behaagziek achterover terwijl zij haar glas, kennelijk niet voor het eerst, laat volschenken door een jongen die de kan plagend hoog houdt, zodat het een hele kunst voor haar is die dunne straal wijn op te vangen. De vrouw heeft haar muil al uitgeschopt. Hoog vanaf de schoorsteen kijkt Amor op haar neer, als om aan te duiden dat de wijn deze vrolijke vrouw nog wel eens op het slechte pad zal brengen. Een baardige man zit achter haar, zijn zwarte hoed diep over zijn voorhoofd. Hij kijkt vergenoegd en is kennelijk al heel ver heen. Grootmoeder leest olijke versjes voor, een doedelzak pijpt er dwars doorheen, en op tafel is het een onbeschrijfelijke bende van allerlei etensresten.
Tussen dit hele tafereel door, de kinderen. Een baby slaapt op de arm van haar zingende min door al het lawaai heen. Een dreumes staat te lurken aan de tuit van een wijnkan. Een ander kind staat te jengelen om als eerste iets te bemachtigen van een volstrekt overbodige nieuwe schotel die toch nog wordt binnengedragen. Een joch van een jaar of acht vraagt al niet eens meer – hij haalt zelf een kan wijn uit de koelbak.
Zoals zo vaak is Jan Steen (1625/26-1679) hier weer aan het moraliseren, en wel tegen overmatig eten en drinken. Het thema interesseerde hem kennelijk zo, dat een gelijknamig schilderij van hem in het Mauritshuis te Den Haag te zien is. En ook zijn andere doeken gaan dikwijls tegen overdaad op tafel. Aan de andere kant stralen diezelfde schilderijen zoveel vrolijkheid uit, dat je je afvraagt of hij nu werkelijk zoveel kritiek had.
Wat mij vooral aan het twijfelen brengt is de manier waarop die vrouw haar wijnglas vasthoudt: het platte gedeelte van de voet tussen duim en wijsvinger, zoals het hoort. Zo zie je dat al op middeleeuwse tekeningen en schilderijen. En zo doen serieuze wijnproevers het nog steeds! Niet bij de steel, laat staan heel het glas in de vette klauw. Nee, fijnzinnig bij het voetje. Eigenlijk een heel lastige manier van vasthouden, die zeker de nodige concentratie vergt als je een beetje tipsy bent. En dat brengt die vrolijke drinkster er dan toch fabuleus goed af. Wilde Jan Steen daarmee zeggen dat je de kinderen wèl moet leren hoe men wijn behoort te drinken? En dat dus de grens tussen ‘met mate’ en onmatig toch wel moeilijk te trekken is?
Wat hoort – dat leer je via een ‘goede’ opvoeding. Al van oudsher worden er boekjes over geschreven, omdat het zo moeilijk is, al die regeltjes van de etiquette. Maar geven de ouden aan de jongen op dit gebied ook niet allerlei totaal verouderde tradities door? Om het nog maar even bij de wijn te houden: je hebt van die vaste combinaties met gerechten. Witte wijn bij vis bijvoorbeeld. Ooit gaf ik eens het advies om bij een bepaald visgerecht een rosé te drinken. Gewoon omdat die lekkerder was. Maar dat heb ik geweten hoor! De ene na de andere recensent stelde smalend vast dat ik niet wist hoe het hoorde. Terwijl ik in Montélimar Franse kenners zelfs rode Côtes du Rhône bij hun vis heb zien drinken. En in een deftige Parijse bistro goten ze het staartje rode wijn pardoes over hun toetje van aardbeien met suiker. Ja, wat hoort?
Met afgrijzen keek ik indertijd altijd toe hoe een dierbare vriend van ons met een sensueel gebaar van zijn kurketrekker heel het lood van een wijnfles verwijderde. Zo doet men dat toch niet! Had hij dan nooit gezien hoe elegant een goede ober altijd alleen maar het bovenste topje afsnijdt? Maar die vriend was zijn tijd vooruit. In Frankrijk mag je tegenwoordig je wijnflessen alleen in de glasbak doen als je de hals geheel ontbloot hebt. Waarom er dan toch nog lood (of aluminium of zelfs plastic) omheen moet? Heel simpel omdat het een gewoonte is uit de tijd dat wijnflessen nog met lak verzegeld werden. Vandaar ook dat rood, nog steeds. En die stomme kurk, hoewel wijnprofessoren allang wetenschappelijk aangetoond hebben dat een schroefdop net zo goed is èn geen flessen met ‘kurk’ oplevert die je direct kunt weggooien.
Wie ook eens iets nieuws wil moet het aandurven om nieuwe wegen te bewandelen. Anders gaat deze wereld aan conservatisme ten onder. Kinderen moeten vooral niet àlles geloven waarvan volwassen beweren dat het zo hoort. Alle vernieuwing begint met onbehoorlijk gedrag, ook aan of onder de tafel. Dat maakt het leven juist zo spannend.