Janny de Moor Janny de Moor

Wafels

De wafel, zegt het etymologisch woordenboek, is vernoemd naar het middelnederlandse woord voor honingraat (vgl. Duits ‘Wabe’), omdat hij er wat op lijkt.

Het idee van het wafelijzer is vermoedelijk ontstaan toen iemand bedacht dat je een pannenkoek vlugger gaar kon krijgen als je aan twee kanten tegelijk ging bakken. En vervolgens ontdekte dat je er heel iets anders uit kreeg. De gietijzeren vorm werd gekozen om de warmte langer vast te houden. Het ruitjespatroon diende wel om de wafel in het ijzer op z’n plaats te houden bij het om en om keren.

Dunne wafels noemde men ‘oblie’, naar het Latijnse ‘oblatum’, dat wat geofferd is, een benaming van de nog niet gewijde hostie, de hedendaagse ouwel (oorspronkelijk hetzelfde woord). Die hostie werd toentertijd door monniken gebakken in knijpijzers. In Praag wordt een bijbel bewaard uit 1340 (de Welislavbibel), waarin een afbeelding van de heilige Wenzel bij het hostie-bakken.

Het is een groot ijzer, hij was dus voor zichzelf aan het bakken. De grote hosties met bijbelse voorstellingen waren namelijk voor de priester, de kleintjes voor de communie van de kerkgangers. Behalve op de donderdag voor Pasen, toen nog Nieuwjaarsdag. Ter gelegenheid daarvan kregen de talrijke armen grote gezegende wafels in een nog feestelijker zoete versie. Het was toch al iets bijzonders dat het tarwewafels waren, want normaal at men roggebrood.

Rond 1300 konden Parijse monniken het voor Pasen niet meer aan – er waren te veel armen. Daarom werden er lekebakkers ingeschakeld. Die ‘oublieurs’ leverden de hosties af, maar gingen ook met hun wafels langs de deur venten. Waarschijnlijk hebben ze het gebak toen omdat het zo broos was ter versteviging opgerold. Zulke wafels noemen we nog steeds ‘oblies’.

Met de invoering van de Gregoriaanse kalender kwam er een eind aan de uitdelingen op witte Donderdag en werd de wafel een wereldlijk gebak. De uitdeling verschoof van Pasen naar Januari en van kerk naar particulier. Rolletjes werden gereserveerd voor Nieuwjaarsdag en platte wafels werden het hele jaar door gebakken. Een zichzelf respecterende familie had een eigen wafelijzer. Niet met enkel bijbelse voorstellingen, maar met de afbeelding van het beroep van de eigenaar, een molen, een ploeg of zelfs een zuur gedichtje zoals op een Twents ijzer uit 1754:

 

         Segt Niemand u geheim

        Nog u geheime gedachte

        Die heden is U friend

        Sal morgen u verachten.

 

Maar de wafels die eruit kwamen zullen toch wel bedoeld geweest zijn om vrienden te maken. Met de electrische wafelijzers van tegenwoordig is het heel makkelijk geworden een gezellige vriendenkring op te bouwen. Mijn recepten houd ik niet geheim voor u!

Zie voor meer informatie mijn artikel The wafer and its roots in: H. Walker (ed.), Look and Feel: Studies in Texture, Appearance and Incidental Characteristics of Food: Proceedings of the Oxford Symposium on Food and Cookery 1993, Prospect Books: Totnes 1994, 119-12. ISBN 0 907325 56 4 (ook op internet).

Deel publicatie:

More Posts