Ingrediënten
Bakmateriaal:
- springvorm met anti-aanbakbekleding
- binnenbodem 22 cm diameter
- ingevet met boter
Deeg:
- 75 g tarwebloem, patent
- 75 g zelfrijzend bakmeel
- 75 g witte basterdsuiker
- 75 g zachte boter
- 1 – 3 eetl. melk
- ½ theel. citroenrasp (bio)
- snufje zout
Vulling:
- 100 g kristalsuiker
- 4 verse eieren L
- ½ theel. citroenrasp (bio)
- 150 g kokosrasp
- 3 volle eetl. abrikozenjam
Bovenop:
- 4 volle eetl. abrikozenjam
- 2 eetl. rum
Alles was schaars in mijn kindertijd en daarom was het feest als er iets zoets in huis kwam.. zelfs de suikerbietenstroop. Maar het toppunt was toch wel de eerste kokosmakroon na de oorlog. Zo’n voorliefde blijft. En dus werd ik benieuwd naar Nederlandse kokosrecepten. Betje (1850) en Aaltje (1887) noemen geen kokos. Ook mejufrouw A.C. Manden, Recepten van de Haagsche Kookschool, 4e druk 1896 geeft ze niet. Wel amandeltaart want amandelen waren hier lang onmisbaar vanwege de R.K.vastentijd: men maakte amandelmelk als vervanger van koemelk. Omdat ze beetje eenkennig waren daar in Den Haag? Nou nee! Je krijgt er zelfs een recept voor Kwee lapies (spekkoek). Overigens heeft het Kookboek van de Amsterdamsche Huishoudschool (1910) ook niets met kokos. In 1943 verschijnt de 11e herziene druk van Recepten Huishoudschool Laan van Meerdervoort ’s Gravenhage. Daar staat zowaar een foto in zwart wit van ‘Macarons van geraspte cocosnoot’, met de opmerking ‘dit koekje is gemakkelijk en goedkoop’. Maar gemakkelijk was het heel lang niet. Zo staat te lezen in het Groot Nieuw Volledig Oost -Indisch Kookboek van mevrouw Catenius (4e druk 1942) bij Kokosnootbeschuitjes: twee of meer klappers, van de dunne bruine schil ontdaan en daarna geraspt… Pas in de vroege jaren 1880 zo lees ik in The Cambridge World History of Food (2000) werd het witte kokosvlees dat snel schimmelt, in Amerika en Engeland voor het eerst machinaal gewassen, gesteriliseerd vanwege salmonellagevaar, gedroogd en geraspt of gemalen. Wie van kokos houdt leze vooral het leuke artikel van Johannes van Dam in De Dikke van Dam, Amsterdam 2005.
- Deeg: de beide bloemsoorten en de basterdsuiker in een kom doen. De boter daarin kleinsnijden met twee messen, 1 eetl. melk, citroenrasp en zout toevoegen. Een soepel deeg kneden, misschien is daarvoor nog een wat melk nodig (het vochtgehalte van bloem kan verschillen). Dat deeg dun en gelijkmatig uitdrukken in de vorm (opstaande rand 3cm.). Koelen.
- Baktemperatuur: de oven voorverwarmen op 175 ˚C.
- Vulling: een kom in een bak warm water zetten. Daarin suiker, eieren, en citroenrasp kloppen tot de massa gaat lijken op vanillevla. De kokos met een grote gladde lepel luchtig door de geklopte eieren scheppen. De beklede vorm uit de koelkast nemen, de deegbodem met jam bestrijken en het kokosmengsel erin gieten.
- Bakken: meteen in 50-60 minuten uur goudbruin bakken op de onderste richel. In de vorm op een rooster laten afkoelen.
- Bovenop: de jam in een pannetje verwarmen, zeven en mengen met de rum (zeefsel terug in de jampot). De taart uit de vorm nemen en de vloeibare jam bovenop uitspreiden met een kwastje. een kwartiertje laten intrekken. Kan (eventueel in stukken) heel goed worden ingevroren. Onder stolp (3 uur) of in magnetron ontdooien.