Ingrediënten
Bakmateriaal:
- beboterde anti-aanbakvorm
- met losse bodem 26 cm diameter
Deeg:
- 200 g tarwebloem, patent
- 60 g boter
- 1 theel. zout
- 100 ml melk
Beleg:
- 300 ml crème fraîche
- 4 eieren
- 4 eetl. fijngesneden bieslook
- 3 theel. karwijzaad
- 1½ theelepel zout
Erbij:
- stuk spitskool
- notenolie, azijn
- peper, zout
- dillegroen
Gesalzener Rahmkuchen uit Schwaben, waar ze er een goed glas wijn bij geven. Zelf zeggen ze dat de taart uit handgeschreven kookboeken is opgediept voor lieden die hun populaire Zwiebelkuchen (ongeveer hetzelfde recept met ui en blokjes rookspek) barbaars vinden. Keuze genoeg, want vroeger leefde men er voornamelijk op meel, eieren en melk en daar werd zo vrolijk mee gespeeld, dat ze er beroemd om waren. Zo laat Goethe zijn Reintje de Vos uitroepen: ‘Laten we wegvluchten naar Schwaben! Lieve Hemel! Daar vind je heerlijk eten en al wat goed is in overvloed! Daar bakt men brood met boter en eieren.’
Natuurlijk kwam er ook wel eens groente aan te pas en dan vooral kool, waarover een enthousiaste Schwaab schrijft dat die waarschijnlijk door de Duitsers is uitgevonden want die waren er al gek op in de steentijd. Maar dat klopt niet helemaal. Zie: EN VERDER onder KOOL.
- Bloem en boter met zout in een komt doen, met 2 messen de boter erin kleinsnijden, met de vingertoppen tot kruimels wrijven. Melk toevoegen en snel een soepel deeg kneden.
- Op bestoven werkvlak uitrollen tot een cirkel van 32 cm. De vorm voeren. Overhangend deeg naar binnen knijpen. Koelen.
- Oven voorverwarmen op 200˚C.
- Als de oven op temperatuur is, room loskloppen met eieren, bieslook, geplet karwijzaad en zout. In de deegbak schenken.
- Op de onderste richel 40-45 minuten bakken.
- Intussen de gewassen kool fijnsnijden. Mengen met meer olie dan azijn, peper en zout naar smaak en dille.
- De taart uit de oven nemen en even laten staan (zal iets inzakken), warm serveren met de koolsla.
Wijn: Moezel.
