Ingrediënten
Bakmateriaal:
- ovenbakplaat met bakpapier
Deeg (voor 10 stuks):
- 350 g tarwebloem voor brood
- 4 g instantgist (Oetker)
- circa 175 ml lauwe melk
- 1 theelepel suiker
- 1 ei
- 2 theelepels zout (4 g)
Vulling:
- 250 g grofgeraspte Turkse schapenkaas (Kaşar)
- anders verbrokkelde Turkse witte kaas of feta
- 1 ei
- 2 eetlepels kleingesneden verse dille
- 2 theelepels mild paprikapoeder
Om te bestrijken:
- 1 ei, losgeklopt met 1 eetlepel melk
Centraal Anatolië wordt beschouwd als ‘de broodmand’ van Turkije. Culinair specialiste Nevin Halici zei toen ik haar in Konya bezocht: ‘Alles wat je in Turkije eet, is eigenlijk niet meer dan een begeleiding van ons brood’. Of het nu de papierdunne Lavaş is of de ook hier bekende ovalen Pide, of de met sesam bestrooide ringen Simit, al het brood is volmaakt, ongeacht waar je komt en welke soort je ook uitkiest. Vandaar dat het de grote Sufi Mevlana van Konya (Jalal ad-Din Rumi) inspireerde tot het volgende gedicht:
‘Ik verlang naar de soep van het paradijs,
ik verlang naar twee of drie broodjes van het deeg van licht’.
Voorlopig nog even ‘gewoon’ Peynirli pide. Eet ze warm bij linzensoep: Mercimek Çorbasi.
- Bloem in een kom storten, kuiltje maken. De gist erin strooien, melk en suiker erop schenken. Wat bloem erbij roeren en 10 minuten toegedekt laten opbruisen. Dan het ei erbij. Even kneden om te zien of er nog wat melk of wat bloem bij moet. Zout toevoegen, kneden tot het deeg blazen vertoont en van de handen loslaat (6 minuten kneedmachine, laagste stand).
- Deeg vormen tot een rol van 40 cm. In 10 stukjes knippen. Bolletjes maken. Op een licht bebloemd werkvlak toedekken met een vochtige doek. Half uur rijzen bij kamertemperatuur.
- De vulling door elkaar roeren.
- Oven voorverwarmen op 200˚ C.
- Op bebloemd werkvlak de deegjes uitrollen tot ovalen (15 cm lang). Een streep vulling in de lengte middenop leggen. De lange kanten daaroverheen tegen elkaar knijpen maar middenop een stukje openlaten. Op de bakplaat leggen, 45 minuten laten narijzen onder de doek.
- Bestrijken met dooier; 20-25 minuten bakken op de middelste richel.
Linzensoep: 200 g gesnipperde ui, 100 g aardappel in plakjes en 75 g wortel in plakjes kort fruiten in 2 eetlepels boter; 1 eetlepel bloem en 2 theelepels paprikapoeder erbij roeren tot het wit is verdwenen. Langzaamaan al roerend 1 l groente- of kalfsbouillon toevoegen. Hierin 250 g gewassen rode linzen gaarkoken met 2 eetlepels tomatenpuree erbij (ongeveer 20 minuten). Op smaak brengen met peper en zout. (Pureren met de staafmixer of in een blender – is de gewoonte maar doe ik liever niet). Bestrooien met dille.
