Ingrediënten
Voor twee:
- 1 grote winterwortel
- 1 pastinaak
- 1 dunne prei met groen
- handje krieltjes
- 25 g boter
- rode druiven zonder pit
- rijst-olie
- 2 minibrie’s (à 125 g)
Altijd fijn om een stuk van wetenschapsjournalist Willem Schoonen te lezen. En dus is het mij onlangs niet ontgaan dat hij een kliekje geroosterde wortels van 170.000 jaar oud beschreef. Na zo’n verhaal kijk je toch even anders tegen je wortels aan, al waren het destijds geen winterwortels en pastinaken, maar wortels van geelsterretjes. Heb ik opgezocht. Ze zijn al getekend en beschreven door Rembert Dodoens, zijn Cruydeboeck dateert van 1554, dus wel even wat later. Hij heeft het niet over de eetbaarheid. Misschien vonden we ze toen niet lekker, bovendien gaat het om verwante soorten, die hier overigens nog steeds groeien. Mooi dat nu bewezen is dat de zeer vroege mens niet enkel rauwkost at, maar behalve vlees ook groente roosterde: het begin van de ware kookkunst. De oudste vorm van kaas, gevonden in Egypte, dateert van zo’n 1300 v.C., ook niet van gisteren. Onze keuken rust op inventieve voorgangers.
- Wortels en prei schoonmaken, in dunne plakjes snijden, kriel wassen; 20 minuten koken in ruim water. Zeven boven een kom. De boter in een grote koekepan doen. De afgegoten groente erin rondwalsen. Toegedekt warm houden. Vlak voor serveren de gewassen druiven mee warmen. Zout erover.
- Een flinke bodem rijstolie verhitten in een kleine koekepan tot de damp ervan af slaat. De brietjes hierin aan weerszijden kort bruinen. Meteen uit de pan nemen, even laten uitlekken op keukenpapier en onmiddellijk opdienen in de groentepan. Brie aansnijden met een fijn gekarteld mes.
Wijn: Côtes du Rhone.
Menusuggestie:
- Vooraf: Courgettesoep. Voordat u de brie gaat bakken een courgette in stukjes goed gaar koken in 350 ml van het kooknat van de groente. Een paar stukjes eruit scheppen, rest pureren met peper en zout. Stukjes terug, aan tafel een scheut slagroom in het bord.
- Na: Mandarijntjes.
