Brabantse preisoep

Voor vier:

• 500 g klapstuk
• 2x 1 l water
• gemalen nootmuskaat, peper, zout
• 500 g schoongemaakte prei in ringen
• 250 g geschilde vastkokende aardappels in blokjes
• 100 g droogkokende rijst
• peterselie

Erbij:

• beboterd Brabants roggebrood,
• bestrooid met bieslook

Print dit recept

Prei is populair sinds mensenheugenis. De Israëlieten, die in de woestijn liepen te jammeren om het heerlijke Egyptische ‘look’ waren lang niet de eerste liefhebbers. Ur-Nammu, koning van Ur (der Chaldeeën) teelde al omstreeks 2100 v. Chr. prei in zijn tuintje en van de oude Assyriërs (Irak) is bekend dat ze prei aten tegen grijs haar. Aristoteles, Grieks arts en wijsgeer, hield zijn tijdgenoten (ongeveer 350 v. Chr.) voor dat deze groente heilzaam was voor de stem en Plinius, Romeins historicus rond het begin van onze jaartelling, beweerde dat prei kon helpen tegen slangenbeet of tegen een kater. Aristoteles had bij ons blijkbaar het meeste gezag want tot in de vorige eeuw hechtte men in de volksgeneeskunst grote waarde aan preisiroop als hoestdrank. Maar misschien hadden ze in Brabant – met Limburg de grootste preiproducent van Nederland –  nog weet van die kater?

Hier een luxe versie van de ‘Prol’(= brij volgens het WNT), want met vlees en niet met enkel kaantjes van het nierbed (ook prol geheten). Omdat zoiets niet meer te koop is, zelfs niet bij een dorpsslager, stel ik voor het vet van het klapstuk te gebruiken.