Ingrediënten
Voor twee:
- 300 g geschilde vastkokende aardappels
- peper, zout
- nootmuskaat
- 200 g bevroren koolvisfilet
- 1 eetlepel fijngehakte peterselie
- 1 ei
- paneermeel
- 6 eetlepels boter
- 200 g raapstelen
- 1 bosuitje
Voor begin mei heb ik me laten inspireren door ‘Ons dagelijksch brood in Oorlogstijd’ (1940), auteurs: C.J. Ooms-Vinckers en A.J. Reiding. Twee professoren schrijven het woord vooraf: ‘Aan de lezeressen’ (mannen kookten niet?), eindigend met ‘gedenkt uw Nederlandsche taak!’ De professoren dachten al dat zo’n kookboekje in oorlogstijd misschien te optimistisch zou blijken te zijn. Voor 10 cent kon je wijzigingen bestellen. Die zijn er bij mijn weten nooit gekomen.
Want het wàs te optimistisch. Mevrouw Ooms: ‘Het is zelfs mogelijk dat onze tafel aan rijkdom en verscheidenheid wint, hoe tegenstrijdig het ook klinken moge dat uit beperking meer variatie geboren wordt’. Mejuffrouw Reiding, die de recepten schreef, oppert veel ideeën voor restverwerking. Maar die restjes krompen en krompen in de loop der oorlogsjaren. Toch blijft het een aardig boekje, met moderne opvattingen, zoals meer waardering voor producten van eigen bodem en aandacht voor verschillende granen (in de vorm van pap), peulvruchten en rauwkost. En alleen op zondag vlees. Karnemelk en melk heten er ‘eten en drinken tegelijk’.
- Aardappels wassen en in plakken snijden, 15-20 minuten zachtjes koken in ruim water. Afgieten. Droog stomen op klein vuur. In de pan prakken met peper, zout en noot.
- Om een ‘restje’ vis te krijgen de vis bevroren en wel 3 minuten onbedekt op een bord in de magnetron zetten bij hoogste stand. Vocht wegschenken. Mengen met 2 eetlepels aardappelprak, peterselie, peper, zout, noot en een half losgeklopt ei. Twee ronde platte koekjes vormen. Rondom met de rest van het ei bestrijken, dan in paneermeel wentelen. Opnemen met een kaasschaaf en in 4 eetlepels hete boter aan weerszijden bruinbakken in een koekepan. Warm houden.
- De raapstelen wassen, kleinsnijden, vocht eruit drukken in een zeef. Hetzelfde doen met het bosuitje. Beide mengen met de aardappelprak in de pan. Kort doorwarmen. Met een ijslepel bolletjes maken. Bij de viskoekjes leggen.
- In een apart pannetje de overige boter bruinen. Over de koekjes schenken.
Menusuggestie
- Vooraf: Sneetje melkbrood (herinnering aan het Zweedse wittebrood !) met boter, tuinkers en zout naar smaak.
- Na: Magere yoghurt (van ’taptemelk’) met bruine suiker.